Nieuws 16 oktober 2017

Op de boterham: eerst hartig, dan zoet.

Met regelmaat komt bij ons thuis de vraag naar voren: "Wat doe ik vandaag nou weer op mijn brood?" Zeker als we eens wat uitgebreider de tijd nemen om met elkaar aan tafel te ontbijten of te lunchen. Al van jongs af aan propageer ik hetzelfde motto als ik van thuis heb meegekregen: ‘Eerst hartig, dan zoet’. Een aloude wijsheid, ingegeven door het idee dat hartig gezonder is dan zoet, maar vooral ook dat van jongs af aan de smaakontwikkeling op gang moet komen.

Voor op brood is er volop keus, natuurlijk is er kaas, van jong tot zeer oud, met mosterd, kruiden, komijn en andere varianten. Vlees staat bij ons niet op het menu. Daarnaast zijn er van die twijfelgevallen. Is pindakaas nou zoet of hoort het bij hartig? En wat te denken van kokosbrood ?

Opvallend genoeg zie ik juist voor hartig de laatste tijd heel veel nieuwigheden. Vooral producten die ‘niet alweer kaas'  zijn en zeer geschikt zijn als hartig op brood. Zo staat bij ons op tafel tegenwoordig altijd wel een of meerdere soorten humus op tafel; de originele, maar ook met wortel, pompoen, biet of aubergine. Allemaal even lekker. Groentespreads, op basis van echte verse groente, in het koelvak of in een potje, zijn aan een opkomst bezig. Zelfs in het vleeswaren schap zie ik vleesvrij hartig broodbeleg verschijnen; plakje vleesvervangers op soja-basis en zelfs een tomaat americain. Lekker smeuïg en volgens de kenners met hetzelfde mondgevoel.

Kortom, keus te over. Het broodbelegassortiment wordt in korte tijd flink aangevuld, met producten waarin groente en centrale rol vervullen. Volop verrassende smaken. Goed voor de smaakontwikkeling. De vraag 'wat doe ik vandaag nou weer op mijn brood?', beantwoord ik voortaan met: "hartig, hartig en nog eens hartig".